Recensie De Witte door Pierre Peeters:
Ludovicus Verheyden kreeg van zijn familie, vrienden en de gemeenschap heel wat bijnamen, maar staat, omwille van zijn witte vlasblonde haar, bij iedereen gekend als ‘De Witte’. Hij is de hoofdfiguur in dit prachtige (jubileum-)boek van wijlen Ernest Claes.
De Witte, negen jaar, is het nakomertje van boerenfamilie Verheyden, heeft een broertje dood aan schoollopen en nog meer aan werken op het veld. Hij is echter heel erg goed en geslepen in het bedenken van kattenkwaad, waar hij ook zijn schoolvrienden in meesleept en hij doet niets liever dan ravotten en ontsnappen aan het ‘juk’ van elke dag.
In wezen heeft de Witte een goede inborst en een hart van goud, maar als het even kan, rebelleert hij ondoordacht op zijn eigen slinkse en grappige manier. Niet iedereen is even gelukkig met de streken en strapatsen die de Witte uithaalt, zeker niet zijn vader, de schoolmeester en de pastoor om er maar enkelen op te noemen.
Het boek De Witte verscheen voor het eerst in 1920 en werd na 100 jaar (2020) heruitgegeven in een mooie en verdiende hardcoverjubileumuitgave met leeslint. Deze recente uitgave werd uitgebreid met een interessant voorwoord van Peter Theunynck, waarin hij het boek, de personages en vooral ‘De Witte’ verduidelijkt en ontleedt. Het boek is een ‘streekroman’, waarbij de auteur een gemeenschap, hun woonentiteit, hun dagelijkse bezigheden beschrijft en er één figuur in het bijzonder uitlicht en portretteert.
Ernest Claes zet met De Witte een heel geloofwaardige jongensfiguur neer in het dorp Zichem waar hij zelf werd geboren, woonde, opgroeide en daarom het dorp m.a.w. kent als zijn eigen broekzak. Ik opteerde ook om de biografie van de auteur er eens op na te slaan en na het lezen hiervan kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat Ernest Claes voor een groot deel zijn eigen ‘fratsen’ en leven heeft beschreven, maar dit komt nooit in het boek tot uiting.
De auteur heeft het boek erg goed opgebouwd. Hij schreef 14 chronologische verhalen, die aanvangen wanneer de Witte 9 jaar is en worden afgesloten wanneer de hoofdfiguur 12 jaar is geworden. Uiteraard kunnen alle verhalen los gelezen worden.
Het boek heeft heel humor in zich, maar is ook een aanklacht tegen het harde dorpsleven van begin 20e eeuw. Woningen waar men met heel veel personen op een kleine oppervlakte moest samenwonen en leven; dagelijks hard werken voor een schamel loon; de notabelen van het dorp – de pastoor, de notaris, de schoolmeester… – voor wie men ongelooflijk veel respect moest hebben maar die hun ook angst inboezemden …
Hoe men toen omging met de mensen, kunnen wij ons nu moeilijk voorstellen en zouden we ook niet tolereren: op school meer dan eens slagen krijgen van de meester en opgesloten worden in een donker stoffig hok; thuis een bed moeten delen met familieleden; zonder eten naar bed worden gestuurd … maar de keerzijde van de medaille is dat men met heel weinig tevreden was en toch erg gelukkig kon zijn.
Het valt op dat De Witte zich afzet en verzet tegen ieder persoon die gezag uitoefent. Hij kan daar helemaal niet mee omgaan en door zijn daden/acties komt hij vaak in een lastig parket en trekt hij steevast aan het kortste eind.
De Witte wordt op stel en sprong ‘volwassen’ en stelt zelf, zonder medeweten van zijn ouders, zijn toekomst veilig. Hij wil immers ontsnappen aan het harde landbouwleven en biedt zijn diensten aan in de drukkerij van de Abdij van Averbode, waar hij na het schrijven van zijn naam in een dik register, onmiddellijk wordt aanvaard.
‘…En dat was het einde van een heerlijke deugniet!’
Hieruit kan ik alleen maar concluderen dat De Witte veel slimmer was dan het boek laat uitschijnen en dat bevestigt mijn vermoeden dat Ernest Claes zelf model stond voor dit boek.
Ernest Claes schreef dit boek vanuit een verhalende positie in een heel eenvoudige, boeiende en beeldende schrijfstijl. Leuk zijn de uitgeschreven dialogen in het sappige Zichems dialect. Het is even aanpassen en doorbijten, maar als je je eenmaal verdiept in deze conversaties, heb je gegarandeerd uren leesplezier. Het is een boek dat je in één ruk wilt uitlezen en meer dan eens wilt lezen en herlezen.
Als lezer ga je volledig op in De Witte, in de randpersonages en beleef je alle schelmenstreken alsof je er zelf bij bent. Het is uitgesloten dat de lezer geen sympathie heeft voor De Witte en zich er misschien mee vereenzelvigt. Tranen zullen zelden opwellen bij de lezer, maar het verhaal zal zeker een glimlach op het gezicht toveren, maar ik ben ervan overtuigd dat menig lezer veel en hardop zal lachen om de kwajongensstreken van de Witte. Dit is een boek met een verhaal uit ‘de goede oude tijd’ met een onderliggende boodschap dat men nooit mag wanhopen en dat geluk niet zo maar voor het oprapen ligt.
Het boek is opgesmukt met leuke pentekeningen van Felix Timmermans. Dit boek is een echte klassieker binnen de Vlaamse literatuur en kan in één adem genoemd worden met boeken zoals ‘Pallieter’, ‘Ratje’, ‘Bartje’, ‘Kruimeltje’ …
Ik had dit boek 45 jaar geleden eerder al verslonden en ben erg verrast dat het mij vandaag de dag opnieuw heeft geboeid van begin tot einde en veel leesplezier bezorgde. Geloof me, dit boek wil je in één ruk uitlezen en daarna zeker herlezen. Het is een aanrader voor jong en oud.
Voor het fijne verhaal, voor het plastische taalgebruik, voor de mooie metaforen, voor de mooie cover waardeer ik dit boek heel erg graag met vijf sterren.
★★★★★
Titel: De Witte | Auteur: Ernest Claes | Voorwoord: Peter Theunynck | Illustraties: Felix Timmermans | Uitgeverij: Wereldbibliotheek | Categorie: klassieke literatuur , streekroman | Verkrijgbaar als: hardcover, luisterboek en e-book | 216 pagina’s | ISBN13: 9789028451216 | Verkrijgbaar sinds: november 2020 | Recensent: Pierre Peeters | Datum recensie: 25-01-2021 | Prijs: € 19.99, luisterboek €12.99 en e-book €9.99 | Bestellen